Elisabeth van Thüringen

In 2007 is het achtste eeuwfeest gevierd van Elisabeth van Thüringen. Met haar radicaal christelijke levenshouding heeft deze vrouw een beweging op gang gebracht waarvan de echo door klinkt tot in onze dagen. Talrijk zijn de ziekenhuizen, stichtingen en verenigingen die naar haar genoemd zijn. Zij is de patrones van de Orde van Franciscaanse Seculieren en tal van franciscaanse congregaties beschouwen haar als stichteres of patrones. De legenden over Elisabeth vertellen hoe zij zich herkende in het levensmodel van Franciscus van Assisi. Het christelijke levensideaal, dat zij nastreefde, was haar daarin volkomen duidelijk. Haar leven in armoede en dienstbaarheid spreken ons aan tot op de dag van vandaag. Binnen de franciscaanse beweging laten wij haar spiritualiteit opnieuw tot ons spreken. Haar daadkrachtige levenshouding en haar inzet voor armen en zieken geeft stof tot nadenken voor mensen die met 'zorg' te maken hebben of werken binnen zorginstellingen of de hulpverlening.

Levensverhaal

Elisabeth van Thüringen, ook wel bekend onder de naam Elisabeth van Hongarije, is geboren in het jaar 1207, waarschijnlijk te Sarospatak, als dochter van de Hongaarse koning Andreas II en Gertrud van Meranien. Op vierjarige leeftijd kwam zij aan het hof van Thüringen omdat ze was uitgekozen om te trouwen met Lodewijk, de oudste zoon van landgraaf Herman en zijn vrouw Sophie. Uit dit liefdevolle huwelijk kwamen drie kinderen voort; twee dochters en een zoon. De oudste, Sophie, huwt later met de Hertog van Brabant, Hendrik II. Daaraan danken wij de Elisabethkerk te Grave.
Al in de tijd dat Elisabeth deel uit maakte van het Thüringse hof, dat doorgaans op de Wartburg bij Eisenach verbleef, maakte ze duidelijke keuzes. Altijd al was ze begaan met de armen. Ze nam alleen deel aan de maaltijden als ze zeker wist dat de voorgezette spijzen op een eerlijke wijze verkregen waren. Anders at ze er niet van en verbood dan ook haar hofdames om ervan te eten. Ze deelde tijdens een hongersnood royaal brood uit dat afkomstig was uit de voorraden van de Wartburg. Haar aandacht ging ook uit naar de zieken. Ze bezocht hen regelmatig in het ziekenhuis aan de voet van de Wartburg. Toen Lodewijk ten gevolge van een ziekte tijdens een kruistocht overleed, was Elisabeth pas twintig jaar. Door haar afwijkende levenshouding werd haar positie aan het hof spoedig onhoudbaar. Rond 1228 vertrekt ze naar Marburg waar ze een gasthuis/hospitaal stichtte. Daarmee gaat ze in tegen alle gangbare conventies van die tijd. Een vrouw met haar adellijke achtergrond werkte niet en bleef altijd op de achtergrond.

Sterk als ze is, gaat Elisabeth voort op de weg die ze voor zich ziet. Ze is niet alleen begaan met armen en zieken, ze kiest er radicaal voor om hun leven te delen. Daarin komt haar gevoel voor sociale rechtvaardigheid en haar liefde voor Christus duidelijk tot uitdrukking. Elisabeth is solidair met hen die leven in armoede en daardoor ook ziek zijn. Daarin ontziet ze zichzelf nooit. Eens zei ze tegen haar dienstmeisjes: 'Het water doet het riet wel buigen, maar het stroomt er langs zonder het te breken. Wanneer de vloed wijkt, richt het riet zich weer op en groeit door en wordt sterker en is vol geluk en vreugde'. In de nacht van 16 op 17 november 1231 is Elisabeth op 24-jarige leeftijd overleden, vermoedelijk aan een totale uitputting. Haar inzet en bewogenheid vroegen veel van haar, maar zij droeg het met een zekere blijmoedigheid. Een van haar zinspreuken was: 'Ik heb het jullie altijd gezegd, wij moeten de mensen blij maken'.