Regioblad september 2020

18 - Regioblad OORLOGSTAAL IN CORONATIJD Vooraf.In het tijdschrift Vredesspiraal (juni 2020) van de vereniging Kerk en Vrede kwam ik een inspirerend artikel tegen van Margreet Hogeterp. In het kader van de Vredesweek van 19 t/m 27 september zet dit artikel ons aan het denken over hoe deze coronatijd doorspekt is met oorlogsterminologie. Vanuit de bijbel wordt een heel andere taal gesproken. Margreet Hogeterp legt het helder uit. Meer weten over Kerk en Vrede: www.kerkenvrede.nl. Intro: In het jaar dat we 75 jaar bevrijding vieren, zijn we opnieuw in oorlog. Tenminste als we de media mogen geloven die bol staan van de oorlogsretoriek als het gaat om het corona virus. Deze beeldspraak is niet alleen onjuist, maar ook gevaarlijk. Kranten schrijven over mensen ‘in de frontlinie’ en Ruttes ‘oorlogskabinet’, we klappen vanuit onze ramen voor ‘onze helden’ en NPO zendt het programma Frontberichten uit. Het dagelijks leven is plots doordrenkt van oorlogstaal. Metaforen zijn veel meer dan poëtische stijlfiguren, ze spelen een fundamentele rol in hoe wij onszelf en de wereld om ons heen waarnemen en ervaren. Op die manier kan beeldspraak doorsijpelen naar de realiteit. Urgentie Zo is oorlogstaal bijvoorbeeld doordrongen van urgentie. Er moet niet alleen gehandeld worden, er moet vooral nu gehandeld worden. In tijden van oorlog sneuvelt kritische reflectie als eerste. Want reflectie kost tijd. In tijden van oorlog is alles geoorloofd. Het doel heiligt alle middelen. Zelfs wanneer onduidelijk is wat het doel precies is. Door al die oorlogstaal worden we braaf en bang, we durven niet na te denken over de maatregelen die ons opgelegd worden, laat staan dat we zouden protesteren. Vijandsbeelden De vermeende staat van oorlog leidt ook tot onderling wantrouwen. Wanneer het virus onze vijand is, wordt iedere medemens een potentiële vijand. Mensen op straat, onze buren, zelfs onze eigen partners, allen worden ze een potentiële bedreiging voor de gezondheid. Ze moeten op een afstand gehouden worden in ruil voor een gevoel van controle. Alarmnummer 112 werd al platgebeld door ‘coronaverklikkers’. De impliciete boodschap: je heult met de vijand als je met meer dan twee mensen staat te praten. Want hoewel ‘de vijand’ onzichtbaar is, creëert de oorlogsretoriek in no time concrete vijandsbeelden. Zodra grenzen sluiten en er beslissingen moeten worden genomen over welke levens wel en niet te redden, steekt angst voor ‘de ander’ zijn lelijke kop op. Hetzelfde ecosysteem De oorlogsmetaforen kloppen niet. Er zijn geen twee kampen. Virussen, mensen, en alle andere organismen om ons heen maken deel uit van hetzelfde ecosysteem. Bovendien, als we in oorlog zijn met corona, zijn we in oorlog met onszelf en ons eigen gedrag. Verstedelijking, klimaatverandering, de vleesindustrie en reisbewegingen zijn allemaal van grote invloed op de verspreiding van ziektekiemen. Jezus’ taal We hebben met betrekking tot het corona virus daarom andere beeldspraak nodig. De Bijbel biedt daarvoor inspiratie. Geen oorlogsretoriek, maar de taal van bewogenheid, empathie, solidariteit; het zijn de kernwoorden in het verhaal van de Messias. Verderop in dit nummer ( Vredesspiraal, red.) vindt u een artikel over de theoloog en verzetsstrijder Dietrich Bonhoeffer. Als kerk van de toekomst ziet hij een gemeenschap, die zich engageert in de aardse geschiedenis terwille van de vrede en de gerechtigheid. Hij schrijft: “Wij kunnen niet zeggen, wanneer het zal gebeuren, maar de dag zal komen dat weer mensen worden geroepen om het woord van God zo te zeggen, dat de wereld daardoor verandert en nieuw wordt. Het zal een nieuwe taal zijn, misschien volstrekt niet-religieus, maar bevrijdend en verlossend zoals de taal van Jezus.” Laten we ons geweldloos verzetten, niet tegen een vermeende oorlog, maar wel tegen taal die ons vijanden van elkaar maakt in plaats van mensen die zich inzetten voor een rechtvaardige samenleving voor iedereen.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=