Regioblad april 2020

Bethjes pagina Hoi iedereen, Heb jij dat weleens? Dat je helemaal niet meer naar school wilt. Dat je je beste vriend nooit meer wilt zien. Dat je nergens geen zin meer in hebt. Ik had dat gisteren. Een jongen uit groep acht had me hard geslagen en een heleboel kinderen uit groep zeven en acht stonden me op het schoolplein uit te lachen. Ik haat de school! De hele wereld mag de lucht invliegen! En zondag is het Paasfeest in de kerk. Daar heb ik ook geen zin in. Wat heb ik nu aan Pasen? En straks op school weer gepest worden? Mooi niet! Maar ja, als ik dan het verhaal hoor over de opa van Leanne en Joris, misschien wordt Pasen dan toch nog een feest. Leanne en Joris komen uit school. Het is donderdag en dan komt hun opa hen ophalen. Hun papa en mama zijn dan allebei aan het werk. Het is altijd feest bij opa. Leanne en Joris worden door hem erg verwend. Opa is al jaren alleen, want oma is heel lang dood. Maar hij heeft er nog wel steeds verdriet om. Zeker als hij kijkt naar de mooie foto van haar naast de televisie. Dan glinstert er een klein traantje in zijn ooghoek. Opa heeft vroeger in een grote fabriek gewerkt. Daar heeft hij twee vingers verloren. Die werden afgesneden door een machine. Opa is er aan gewend. Om de limonade in te schenken zonder te morsen gebruikt hij zijn andere hand. “Deed het veel pijn, toen je vingers werden afgezaagd?”, vraagt Joris. “Ja, natuurlijk”, zegt opa, “maar het allerergste was dat ik mijn oude werk niet meer kon doen. Ik ging werken in een andere fabriek. En daar vond ik het later heel leuk. Maar eerst miste ik mijn oude werk heel erg”. Opa moet er eens hartelijk om lachen. Leanne en Joris begrijpen dat niet zo goed. Als je zo iets pijnlijks en verdrietigs meemaakt, hoe kun je dan ooit nog lachen? “Waarom bent u nog altijd zo vrolijk?”, vraagt Leanne, “ u hebt al zoveel verdrietige dingen meegemaakt”. “Dat is waar”, zegt opa, “toen oma overleed was ik erg verdrietig. En toen ik ziek was, omdat mijn hart niet goed werkte, vond ik het ook heel moeilijk. Maar ik ben blij dat ik ben geopereerd”. Dan trekt opa plotseling zijn vest en zijn hemd uit. Opa vraagt de kinderen iets dichterbij te komen. Hij wijst naar zijn borst. Daar staat een heel groot litteken. Het lijkt wel een ritssluiting. “Hier ben ik geopereerd”, vertelt opa trots. “Doet dat nog pijn?”, vraagt Joris, die het maar eng vindt om het litteken te zien. Hij durft het niet aan te raken. “Helemaal niet”, lacht opa, “ik ben blij dat de operatie was gelukt. Want nu kon ik nog jaren voor oma zorgen. En nu kan ik af en toe voor jullie zorgen. Dat vind ik zo leuk, dat ik minder vaak aan al die pijn van vroeger denk”. “Wat hebben we een geweldige opa”, denken Joris en Leanne, “ die begon steeds weer opnieuw te genieten van het leven. Hij bleef een zonnestraaltje voor oma en voor ons. Weet je wat? We noemen opa voortaan de Paas-opa. Want waar opa is, daar is het altijd licht!”. Een opa met een streepje voor -

RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=