Regioblad september 2021

Bethjes pagina In de week van 18 t/m 26 september is het Vredesweek. Daarom vertelt Bethje erover in dit Regioblad. Iedere dag als ik naar school fiets, staat er bij het stoplicht een groepje jongeren met allemaal een kleurrijk rugzakje over hun schouders. Ze zien er anders uit. Ze praten ook anders. Ze lopen anders. Hun gezichten zijn anders. Het lijkt alsof er een juffrouw bij hen is, die op hen past. Maar dit zijn geen kinderen meer. Ze lijken al 20 jaar of ouder. Hand in hand steken ze de straat over. Mama zegt, dat ze op weg gaan naar hun werk. Ze gaan niet naar school, maar naar een soort werkplaats. En daar maken ze de mooiste dingen: mooie kaarsen, of prachtige zeepjes, of andere leuke dingen om cadeau te geven. Maar als ze de straat zijn overgestoken, worden ze flink uitgescholden door iemand in een auto. Die vindt het maar een stelletje idioten. Waarom eigenlijk, zij horen er toch ook gewoon bij? Gelukkig maar dat we allemaal anders zijn. Anders zou de wereld maar saai zijn. En als we allemaal anders mogen zijn, dan kunnen we leven in vrede en komt er geen oorlog. Jesaja zit met zijn hoofd in zijn handen en denkt heel diep na. ‘Ik ben een profeet’, denkt hij, ‘en ik vertel de mensen de woorden van God. Soms moet ik ze waarschuwen. Bijvoorbeeld als ze verkeerde dingen doen. Als ze daar mee doorgaan zal het niet goed met hen aflopen. Dat vertel ik hen. Dan kunnen ze ervoor kiezen om het goede te doen. Maar vandaag hebben de mensen iets anders nodig.’ Jesaja zucht eens en kijkt uit het raam. ‘Vandaag ga ik ze vertellen dat ze de moed niet op hoeven te geven. Want nu is het oorlog in het land. Soldaten vechten met elkaar en huizen worden vernield. De vijand is sterk en het vechten gaat maar door. De mensen zijn zo moe en zo bang. Maar dat blijft niet altijd zo! De oorlog gaat een keer voorbij. Dan wordt het weer vrede. Vandaag mag ik ze van God woorden van hoop doorgeven. Vandaag zal ik ze mijn droom van vrede vertellen’. Jesaja staat op, pakt zijn schrijfspullen en gaat aan tafel zitten. Hij schrijft: ‘Op een dag is het voorbij met al dat vechten, vernielen en doodschieten. Op een dag komt er een koning, die het heel anders gaat doen. Hij is eerlijk en hij zorgt goed voor de mensen. Bij hem is er voor iedereen plaats in het land. Dan is het vrede. Dat kun je zelfs aan de dieren zien.’ Hier stopt Jesaja even. Hij glimlacht ‘Ja’, zegt hij, ‘als die koning komt en het vrede is, gaan zelfs de dieren samen doen. Dat ik ga opschrijven!’ Met het puntje van zijn tong tussen zijn lippen schrijft Jesaja verder: ‘Een lammetje speelt tussen de poten van een wolf. En de wolf likt haar met zijn tong. Een koe en een berin lopen samen in het weiland. Ze zoeken voor hun jongen het beste stukje gras op. Een meisje speelt herderinnetje. Een leeuw en een kalf doen met haar mee. En de leeuw eet gras, net als de kleine koe die naast hem loopt. Een kleuter wil vrienden worden met een slang. Hij steekt zijn hand in het nest om het dier te aaien. Als die goede koning komt, kiest er niemand meer voor het kwaad. Niemand doet meer slechte dingen op de plek waar God woont.’ DE DROOM VAN JESAJA 6

RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=