Regioblad november 2019

Regioblad - 5 KRENTEN UIT DE BIJBELSE PAP T/M 9 FEBRUARI 2020 IJ / 9 FEBR A I 2020 Zoals gebruikelijk lezen we na Christus Koning weer uit een ander evangelie. Op Lucas volgt Matteüs . Die heeft een heel andere kijk op Jezus dan Lucas. Aan het begin geen stal en herders, maar magiërs en een vlucht naar Egypte. Matteüs ziet in Jezus de nieuwe Mozes. En net als Mozes sluit Jezus een (nieuw) verbond tussen God en mens, en houdt hij toe- spraken, zoals de Bergrede. Straffe kost over gerechtigheid doen volgens de Wet van Mozes. Maar Matteüs is ook de man die weinig positief is over Jezus' geloofs- genoten: de Joden. Niet Jezus is dat, maar Matteüs. Opvallend iets: Jesaja komt in deze weken vaak aan het woord. 1 december (1 e Advent A-jaar) Jesaja 2:1-5 Matteüs 24:37-44 We beginnen met het slot van Matteüs. Jezus vertelt daarin over het einde der tij- den en hoe het eraan toegaat, als de Men- senzoon komt. De moraal: wees voorbe- reid op zijn komst! Ook Jesaja heeft het over het einde der tijden. Van hem horen we dat geen volk dan meer oorlog voert. Een mooi visioen, dat nog altijd uitstaat. 8 december (2 e Advent A-jaar) Jesaja 11:1-10 Matteüs 3:1-12 Deze dag roept Johannes de Doper ons op tot bekering . Dat neemt hij letterlijk: verander uw gedrag, stel daden van ge- rechtigheid, anders zal de Komende u oordelen. Let wel, er staat niet: Jezus. Volgens Jesaja zal een nazaat van David recht doen aan de geringsten. Die nazaat draagt een gordel van gerechtigheid. 15 december (3 e Advent A-jaar) Jesaja 35:1-6a.10 Matteüs 11:2-11 We blijven nog even bij de Doper, maar die zit inmiddels in de gevangenis. Hij laat aan Jezus vragen of die de Komende is. Jezus zegt ja noch nee. Hij wijst op wat iedereen kan zien: blinden zien, lam- men lopen enz. Dat is ook voor Jesaja het teken dat Gods Rijk is aangebroken . 22 december (4 e Advent A-jaar) Jesaja 7:10-14 Matteüs 1:18-24 Eindelijk richt onze blik zich op Maria, de verloofde van Jozef. Ze is ongehuwd zwanger. Jozef wil het uitmaken, maar in een droom krijgt hij de raad om toch met haar te trouwen. Want het kind is Imma- nuel , de Redder die Israël al zo lang ver- wachtte, op wie Jesaja hoopte. 24 december (Kerstavond) Jesaja 9:1-3.11-13 Lucas 2:1-14 Als gewoonlijk lezen we deze avond het bekende Kerstverhaal . Pure legende met een diepe boodschap. De machtige Au- gustus moet het afleggen tegen een kind. Niet de keizer biedt de wereld toekomst, maar Maria's eerstgeborene, de zoon van een timmerman, geboren en getogen in Nazaret. Jesaja noemt de langverwachte redder o.a. de Vredevorst. Die vorst zal een rijk vestigen dat gebouwd is op recht en gerechtigheid. 25 december (Kerstmorgen) Jesaja 52:7-10 Johannes 1:1-18 Op Kerstdag horen we de bekende woor- den van de evangelist Johannes: In het begin … . Wat Johannes ons in die ver- heven taal wil zeggen is dat dat Woord vóór alle tijden al bij God was, en dat het onder ons heeft gewoond en God een ge- zicht gaf. Pas dan noemt hij Jezus. De profeet Jesaja houdt het aardser: die ver- telt enthousiast hoe de E NIGE terugkeert naar Jeruzalem en Israël verlost. 29 december (H. Familie) Sirach 3:2-6.12-14 Matteüs 2:13-15.19-23 Jozef heeft opnieuw een droom: vlucht naar Egypte , want je kind is in levensge- vaar. Ook dat is legende, maar Matteüs trekt zo een parallel met Mozes die door de Farao naar het leven werd gestaan. Trok Mozes uit Egypte, zo ook Jezus. De eerste lezing bevat een aantal spreuken over eerbied voor je ouders. 5 januari (Driekoningen) Jesaja 60:1-6 Matteüs 2:1-12 Niet drie koningen maar drie sterrenkun- digen bezoeken Jezus. Net als bij de gro- ten der aarde stond zijn geboorte in de sterren geschreven . Herodes heeft het nakijken. Hij valt in het niet bij het kind. Jesaja ziet van overal mensen afkomen op het licht dat over Jeruzalem opgaat. 12 januari (Doop van de Heer) Jesaja 42:1-4.6-7 Matteüs 3:13-17 Jezus laat zich dopen door Johannes de Doper wiens leerling hij is geweest. Zo wordt de gerechtigheid vervuld. Een duif daalt op Jezus neer en een stem uit de he- mel zegt: Dit is mijn Zoon, mijn veelge- liefde . En wij luisteren mee, ook al is dit voor Jezus bedoeld. Zo weten wij al wat de mensen in het verhaal nog zullen ont- dekken: Jezus gaat met God . Jesaja past ook nu weer precies: de geliefde dienaar van God zal gerechtigheid laten stralen. 19 januari (2 e zondag A-jaar) Jesaja 49:3.5-6 Johannes 1:29-34 Jezus was een leerling van Johannes de Doper, maar bij Johannes de evangelist is het net andersom. De Doper ziet meteen: Jezus is Gods Zoon . Geen groei in ge- loof, maar instant zekerheid. Wel prettig, maar voor moderne oren wat kort door de bocht. Voor Jesaja is Israël het licht van de wereld, voor Johannes is dat Jezus. 26 januari (3 e zondag A-jaar) Jesaja 8:23b-9:3 Matteüs 4:12-17.18-23 Deze zondag bestaat de evangelielezing uit twee delen die weinig met elkaar ge- meen hebben. In het eerste deel wijkt Je- zus na de gevangenneming van de Doper uit naar Kafarnaüm aan het meer van Ga- lilea. In dat deel staat een citaat dat aan- sluit bij vorige zondag: Het volk in duis- ternis .. ziet een groot lich t , genomen uit de eerste lezing, van Jesaja. Het tweede deel van de evangelielezing gaat over de roeping van Petrus en Andreas. Ik pleit voor Jesaja plus het eerste deel. 2 februari (Maria Lichtmis) Maleachi 3:1-4 Lucas 2:22-40 De opdracht van Jezus in de tempel is on- losmakelijk verbonden met Maria Licht- mis. Net als over Jezus wordt de zegen uitgesproken over dopelingen in onze pa- rochie, opdat zij/wij mogen worden wie ze/we ten diepste zijn: kind van God, en Jezus mogen volgen die hen/ons voor- gaat op de weg naar Gods Rijk. Niet ge- makkelijk zoals Maleachi ons laat weten. 9 februari (5 e zondag A-jaar) Jesaja 58:7-10 Matteüs 5:13-16 Grote woorden uit de Bergrede: Zout van de aarde, licht van de wereld . Dat zegt Jezus tegen de toehoorders: de armen, de bedroefden enz. plus de leerlingen. Eerst werden ze gelukkig geprezen, want voor hen is het koninkrijk der hemelen. Dat is niet iets voor na de dood, maar voor hier en nu. Waar men brood deelt met honge- rigen en waar men daklozen opneemt, daar is dat rijk, zo leert ons Jesaja. Zó met elkaar omgaan, dat mag gezien worden! Ad van Loveren