Regioblad november 2019

Regioblad - 3 van de pastores WEER AAN HET WERK Sinds 1 september ben ik weer voor 50% aan het werk; per 1 januari 2020 hoop ik weer volledig te kunnen werken voor de drie parochies. 2019 was voor mij even een pas op de plaats maken en zoeken naar een nieuwe balans. Op het moment dat ik dit schrijf, lijkt het allemaal de goede kant op te gaan. Daar ben ik blij om, want ik doe mijn werk nog steeds heel graag. Zorg om de vluchtelingen. De afgelopen maanden heb ik weer al veel werk kunnen verzetten, hoewel dat voor de meeste parochianen niet zo zichtbaar was. Ik heb veel tijd besteed aan het werk voor de vluchtelingen. De gemeente Terneuzen heeft ervoor gekozen om het werk van VluchtelingenWerk te laten stoppen. Vanuit de Stichting Kerk en Vluchteling Zeeuwsch-Vlaanderen heb ik geprobeerd de gemeenteraad en de commissie samenleving te overtuigen van het belang van VluchtelingenWerk Terneuzen. Op dit moment weet ik niet wat het resultaat is, maar ik vind het wel belangrijk dat we als kerken onze stem verheffe, als we zien en horen dat kwetsbare mensen over het hoofd worden gezien door overheidsinstanties. Zorg voor de eenzamen. Een ander project waar ik de afgelopen maanden erg mee bezig ben geweest is het project eenzaamheid. De drie Zeeuws- Vlaamse gemeenten hebben in 2018 een gezamenlijk project opgestart om eenzaamheid te verminderen. Dit project is tot stilstand gekomen. Daarmee zijn eenzame mensen natuurlijk niet gebaat. Ik heb geprobeerd om de drie gemeenten opnieuw te activeren om het eenzaamheidsproject terug op te pakken. Ook hier kan ik nog niets zeggen over het resultaat van mijn inspanningen. Eenzaamheid is een groot probleem in Zeeuws-Vlaanderen. Er worden cijfers genoemd van 60% eenzamen in onze regio. Ik denk dat onze samenleving een plek is waar eenzaamheid wortel kan schieten. Kinderen hebben lang niet meer de mogelijkheden om hun ouders regelmatig te bezoeken. De tijden waarop zij moeten werken, maken dat zij geen tijd meer hebben voor een bezoek aan hun ouders. En ze hebben ook geen tijd meer zich in te zetten voor de samenleving en het onderhouden van sociale contacten. Een smartphone lost eenzaamheid niet op. Het werk en het eigen gezin vragen al zoveel van hen. Bovendien wonen kinderen veel verder van hun ouders weg dan vroeger, toen mensen veel meer in de eigen regio bleven wonen en werken. Eenzaamheid is dus een groot sociaal probleem. Vanuit de kerken kunnen we een stukje van dit probleem oplossen door activiteiten voor eenzamen op te zetten zoals huisbezoek of een 85+ middag. Maar als we met andere organisaties en lokale overheden samenwerken, kunnen we nog veel meer voor eenzame mensen betekenen. Een bezoekje of een attentie in de kerstperiode aan eenzamen is natuurlijk prima, maar er zijn nog zo veel andere dagen in het jaar. Ook dan mogen we aandacht hebben voor de eenzamen. Op naar 2020 ! Ik hoop me in 2020 ook voor dit soort sociale thema’s in te kunnen zetten. Ik voel het ook een beetje als mijn antwoord op de oproep van paus Franciscus: de samenleving intrekken om daar van betekenis te zijn voor de meest kwetsbare groepen. Ligt precies daar niet de bron van ons geloof? Laten zien dat God nabij is aan de mensen aan de rand van de maatschappij. Ik hoop daar de komende jaren een bescheiden bijdrage aan te mogen leveren. Pastor Niek van Waterschoot EEN UKKIE IN EEN TREINCOUPÉ ’t Was een kruiper, een ukkie, geen meter hoog, dat zich vakkundig voortbewoog in ’t midden van ons treincoupé. Hij stootte zijn kale koppie nergens, aan geen enkele bank, en zette zich pardoes op z’n luierbroek in ’t midden van de gang. Tot z’n moeder hem bij de lurven pakte en hij landde, veilig op haar schoot. ’t Had iets van een kersttafereeltje zomaar op een donkere avond – donker vanaf 17u –, zomaar in druilerig weer – het miezerde alweer - , zomaar op een gewone trein, moeder en kind, springlevend alle twee. Wat licht op deze duistere avond. Want je kunt wel veel hebben tegen Kerstmis: ieder jaar hetzelfde solstitium, de winterzonnewende; je doet er niets aan; het miezert en het donkert maar; er valt niets te beleven; je neemt je sloffen en daar zit je met je huisje, boompje, beestje, lusteloos te wezen; wintermoeheid heet het. En dan komen die vervelende artificiële drukke dagen, die eindejaarsfeesten heten: glamour en glitter overal, schallende muziek in de luidsprekers van de winkelstraten, dat heet dan kerst en nieuwjaar. Misschien vergissen wij ons van naam, want dat alles heeft niets te maken met Kerstmis althans. Kerstmis heeft alles te maken met mensen onderweg, op zoek naar een schuilplaats voor de nacht; erger nog: op zoek naar een veilig plekje waar een hoogzwangere vrouw kan bevallen. Beschutting vinden zij in de hoek van een stal. En het kind ligt in een voederbak, in een kribbe. Daar komen dan herders op af, boerenmensen, die in de buurt hun schapen weiden in de dagen en nachten van Betlehem. Licht in de duisternis. Zij zien de tere moeder, zij zien de bezorgde echtgenoot, zij kijken naar de pasgeborene. En dan zien zij meer dan er te zien is, en dan horen zij meer dan er te horen is: engelenzang en hemels licht. De Eeuwige breekt door de schamelheid van deze mensen heen, het Licht schijnt in de duisternis: heden is ons een Kind geboren. Eer aan God in den hoge. Zo begint verlossing: in armoede en op mensenmaat, in hulp en bijstand van mens tot mens. Hier gebeurt menswording op Gods maat: de Redder van de wereld in een voederbak. En dan komen eerst moeder en kind, de echtgenoot, de herders uit de buurt… Gods wegen zijn wonderbaar. Voor Kerstmis 20191225 – Hulst – pastor N.J. Polet

RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=